Opstellingseisen regel- en verdeelkasten

Maar al te vaak worden we geconfronteerd met regel en of verdeelkasten welke op verkeerde wijze staan opgesteld.

 

Uit de praktijk weten we ondertussen dat foutieve opstellingen te vaak ontstaan door:• Niet voldoende aandacht tijdens het voortraject (adviseur architect) voor voldoende vrije ruimte voor een correcte opstelling en vluchtmogelijkheid.• Geen goede afstemming tussen engineers werktuigbouw en meet en regel• Het te laat bekend worden van de omvang van de regel en of verdeelkast.

 

De randvoorwaarde ten aanzien van het plaatsen van regel en verdeelkasten is vastgelegd in de NEN1010 en zijn omschreven als minimale uitgangspunten.Ofwel er dient gestreefd te worden naar ruimere uitgangspunten dan vermeld in de NEN 1010.

 

BIJLAGE 729B - VLUCHTWEGEN EN TOEGANGEN (NORMATIEF)

 

7298.1 - VLUCHTWEGEN

Een vluchtweg is bedoeld om in noodgevallen een veilig heenkomen mogelijk te maken.

 

7298.1.1

Aan de voor- en achterzijde van schakel- en verdeelinrichtingen of tussen twee tegenover elkaar geplaatste schakel- en verdeelinrichtingen moet over de gehele lengte een vluchtweg aanwezig zijn van ten minste 0,5 m breed en 2 m hoog.Deze bepaling geldt niet voor die zijden van schakel- en verdeelinrichtingen waar geen bedienings- of elektrotechnische werkzaamheden behoeven te worden verricht. Vluchtwegen moeten zo veel mogelijk rechtlijnig zijn.Deze bepaling houdt niet in dat in alle gevallen aan beide einden van de vluchtweg een uitgang aanwezig moet zijn.

 

7298.1.2

Bij schakel- en verdeelinrichtingen met een totale lengte van meer dan 6 m moeten vluchtwegen aan beide einden toegankelijk zijn.

 

7298.1.3

Binnen deze vluchtwegen mogen zich geen uitstekende delen bevinden,De breedte van vluchtwegen moet worden gemeten van de verst uitstekende delen. Hierbij mag rekening worden gehouden met de draairichting van deuren; deuren die zijn bedoeld om te worden dicht gelopen mogen elkaar niet kunnen blokkeren. 

7298.2 - TOEGANGEN

7298.2.1

Toegangen tot ruimten waarin een schakel- en verdeelinrichting is opgesteld. moeten op doelmatige plaatsen zijn aangebracht. ln het algemeen is meer dan één toegang tot de ruimte nodig wanneer de totale lengte van de vluchtweg meer dan 6 m bedraagt.

 

729B.2.2

Toegangen tot ruimten waarin schakel- en verdeelinrichtingen zijn opgesteld, moeten ten minste 0,70 m breed en 2 m hoog zijn. Deze toegangen moeten van de vluchtwegen af bereikbaar zijn via verbindingswegen die ten minste 0,5 m breed en 2,0 m hoog zijn.

 

729.410.3.7

In acht te nemen minimale vrije ruimte in gangpaden bestemd voor bedieningshandelingen en onderhoud:De afstanden genoemd in deze bepaling, zijn absolute minimumwaarden; andere overwegingen, zoals een passende werkhouding en vluchtmogelijkheden, kunnen grotere afstanden noodzakelijk maken. De afmetingen van vrije ruimten worden bepaald in de gebruikstoestand, waarbij geen rekening hoeft te worden gehouden met uitgereden schakelaars, geopende deuren en dergelijke.

 

729.410.3.7.1

De volgende vrije ruimte moet in acht zijn genomen:a. Breedte van het gangpad tussen hindernissen of bedieningshandgrepen van schakelaars of tussen hindernissen of tussen bedieningshandgrepen van schakelaars en de muur: ten minste 0,7 mb. Vrije hoogte tot het plafond: ten minste 2,0 m